Mitsen en maren bij plannen rekeningrijden

Vanaf 2030 betalen autobezitters niet meer voor autobezit, maar voor autogebruik. De Tweede Kamer heeft afgelopen vrijdag een eerste uitwerking gekregen van de plannen. Volgens VNA zijn er nog heel wat vragen (en uitdagingen).

Wel verdienen de plannen lof, schrijft VNA. Want net als RAI Vereniging is VNA voorstander van rekeningrijden. Althans, onder voorwaarden, benadrukt Renate Hemerik van de VNA. “De concrete invulling van dit plan bepaalt hoe effectief de maatregel is om de beoogde maatschappelijke doelen te bereiken. En daar is nog niet veel over bekend.”

VNA ziet betalen naar gebruik als doel om Nederland bereikbaar te houden, niets als middel. Voor de VNA, maar ook voor RAI Vereniging, is moet er echter een belangrijke randvoorwaarde bijkomen in de huidige plannen. Voor welke vorm van variabilisatie er ook wordt gekozen, er moet ook een differentiatie naar milieukenmerk in. En die ontbreekt vooralsnog in de plannen. “Sturing op differentiatie naar CO2-emissie moet worden toegevoegd. Daarnaast stelt VNA zich op het standpunt dat stabiele belastingopbrengsten niet leidend mogen zijn voor de keuze voor een nieuw belastingsysteem.”

Bijtelling voor EV’s wordt onaantrekkelijk

Bovendien is de weg naar 2030 minstens zo belangrijk als de introductie van rekeningrijden zelf. De VNA is bezorgd en kritisch op het feit dat er niet of nauwelijks (fiscale) stimulering is voor zero-emissie voertuigen na 2025. De bijtelling voor EV’s wordt onaantrekkelijk, de MRB zelfs hoger dan voor fossiel en regelingen als de MIA en SEPP zijn al (deels) gestopt of gaan stoppen. Hemerik: “Het is hoopgevend dat er nu ook door de staatssecretaris van IenW toezeggingen zijn gedaan om hier op terug te komen, aangezien zij met een breder optiepakket bezig is om de Klimaatdoelen op mobiliteit te halen. Een stimulerend, voorspelbaar en stabiel fiscaal beleid voor de periode 2026 tot 2030 is essentieel.”

In de (eerste) uitwerking van de plannen van de regering betalen automobilisten straks dus voor het daadwerkelijk gebruik van de weg en niet langer een vast bedrag voor het bezit van een auto. Waar en wanneer deze kilometers gereden zijn, maakt niet uit. Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat wil het systeem zo eenvoudig mogelijk houden – en de inkomsten voor het Rijk op peil houden. Dit jaar wordt er circa €14 miljard opgehaald bij automobilisten, waarvan ruim €4 miljard via de motorrijtuigenbelasting. Belastingderving ná 2030, bijvoorbeeld veroorzaakt door verdere groei van het aantal elektrische voertuigen na 2030, wordt opgevangen door het kilometertarief jaarlijks te laten meestijgen.

Gewicht en brandstofsoort

Voor het heffen van de belasting hoeft alleen te worden geregistreerd hoeveel kilometers een auto jaarlijks rijdt. De overheid hoeft niet te weten waar en wanneer deze kilometers zijn gereden, dit waarborgt tevens de privacy.

Maar er moeten nog een aantal belangrijke keuzes worden gemaakt, schrijft het ministerie. Bijvoorbeeld over de wijze waarop het aantal gereden kilometers wordt geregistreerd en wat het betekent als het tarief net als in de huidige mrb afhankelijk wordt gemaakt van gewicht en brandstofsoort van de auto. Dit wordt momenteel nader onderzocht. Maar deze kabinetsperiode moet de wetgeving worden vastgesteld, uiterlijk medio 2023 een internetconsultatie te starten van de conceptwetgeving.

Bron: Trends in Autoleasing | 04-07-2022